Het bereiden van parelhoenfilet met vel en stick

Parelhoen is een mooi stuk gevogelte met een lichte wildsmaak. Het vel wordt mooi krokant en zorgt dat het vlees mooi sappig. Door de filets rustig te bakken en daarna te arroseren met boter en verse kruiden krijg je echt een heerlijk gerecht. Hier de stappen die je kan volgen:

• Laat de parelhoenfilets langzaam ontdooien in de koelkast en haal ze een uur voor het bakken uit zodat ze op kamertemperatuur kunnen komen.
• Dep de filets goed droog met keukenpapier. Op deze manier kan het vel straks mooi krokant worden.
• Kruid de parelhoenfilets royaal met zout en peper en verhit ondertussen alvast wat olie in een ruime koekenpan op middelhoog vuur.
• Bak de filets ongeveer 5 minuten op de huid en daarna nog even op kort op de andere kant tot die lichtbruin is.
• Als dit het geval is, leg je ze met de huidkant naar boven in de pan en draai je het vuur iets terug. Vervolgens voeg je een flinke klont boter toe en wat verse tijm en rozemariijn.
• Nu moet je gaan arroseren. Dat klinkt heel fancy, maar het is niets meer dan de hele tijd de boter over het vlees scheppen. Als je dit blijft doen, zal het vel mooi krokant worden en wordt het vlees heel mals.
• Doe dit tot het vel mooi krokant is en het vlees een kerntemperatuur van ongeveer 65°C heeft bereikt. 
• Daarna haal je de filets uit de pan en laat je zo nog even 5 minuten rusten onder losjes aluminiumfolie, zodat de sappen van het vlees zich weer kunnen herverdelen en het vlees mooi mals wordt.

Je hebt nu echt hele lekkere parelhoenfilets die perfect gegaard zijn. Wil je daar nog een mooie saus bij? De boter uit de pan is de perfecte basis. Voeg een beetje bouillon en wat citroensap toe en laat dat nog even wat indikken. Succes!